Door Teun Hoek
Jan-Hendrik van Laaten is luchthavenmeester bij EMS Maritime Offshore B.V. Hij is van oorsprong afkomstig uit Duitsland. Jan-Hendrik heeft een achtergrond in de navigatie en veel offshore vluchten georganiseerd. Dat zijn vluchten naar bijvoorbeeld windparken of schepen op zee. EMS biedt voornamelijk agentuurdiensten aan en is een allround serviceprovider voor de offshore-industrie. Ze zijn sinds 2019 eigenaar van de heliport in de Eemshaven. Na het vertrek van de luchthavenmeester is de rol van projectleider/beheerder overgenomen door Jan-Hendrik. EMS is associate partner in het Offshore Wind Innovation Center (OWIC).
Dienstverlening
Het hoofdkantoor van EMS groep is gevestigd in het Duitse Emden, maar ze zitten ook in andere delen van Duitsland. EMO is eigendom van de naamloze vennootschap ‘EMS’ en is volledig gericht op de offshore-industrie. EMO beheert Crew Transfer Vessels (CTV’s), verzorgt maritieme coördinatie voor offshore windparken en biedt haven- en logistieke diensten aan. Het lokale team werkt samen met de EMS groep en profiteert van het sterke merk en de gecentraliseerde functies zoals marketing of kwaliteits-, gezondheids- en veiligheidsbeheer. Tussen gelijkwaardige projecten kunnen samenwerkingen tot stand worden gebracht. Er wordt gewerkt in een team dat de locatie, de lokale markt en het netwerk goed kent. Dat is een groot voordeel, aldus Jan-Hendrik.
Het verzorgen van hun dienstverlening wordt zowel met schepen als helikopters gedaan. Denk hierbij aan het leveren van voeding, materialen, maar bijvoorbeeld ook crew-wisselingen. Heliport Eemshaven is een internationale heliport. Tot maximaal 10600 kilogram mag hier landen. Dit is uniek, volgens Jan-Hendrik. Als de golven erg hoog zijn, kan en mag het schip niet uitvaren. Er wordt dan uitgeweken naar de helikopter, want de leveringen moeten doorgaan.
Heliport
Ook voor gepland of ongepland onderhoud aan de constructie worden de heli’s ingezet. “Zie het als een gecompliceerde taxi services”, zegt Jan-Hendrik. We brengen mensen naar het windpark. Soms wachten we tot het werk klaar is of vliegen door naar een andere locatie. Als we terugvliegen halen we de monteurs dan weer op. Belangrijk is dat altijd aan de efficiëntie wordt gedacht. Wat tegelijk gedaan kan worden, scheelt immers weer een extra vlucht.
Heliport Eemshaven is gecertificeerd als internationale luchthaven, daarom moet aan alle eisen worden voldaan. Dit betekent dat voor elke vlucht er minimaal twee personen nodig zijn. Eén bij de radio en een bij de brandweerkazerne. Ze moeten binnen twee minuten klaar zijn om een brand te blussen.
Drones
De laatste tijd is er veel interesse om een deel van het werk met drones te gaan doen. Waar drones eerst ‘toys voor boys’ waren, is het nu een serieuze business geworden. Zeker ook in de offshore is men inmiddels op deze rijdende trein gesprongen. Als onderdeel van het OWIC project is er nu een eigen drone landingsplaats gerealiseerd. Er wordt samengewerkt met het bedrijf DroneQ voor cargoleveringen in de toekomst. Eerst nog via 4G en dan later middels 5G. Het is een compleet nieuwe business en dat betekent veel wachten op juridische toestemming. Doordat het een opkomende markt is, moet je met alles rekening houden. Dit kun je beter in een zo vroeg mogelijk stadium doen. De nieuwste innovatie waar men mee bezig is zijn onderwaterdrones. Drones hebben helaas een negatieve associatie gekregen door het gebruik ervan in oorlogen.
Drones die ‘de 12 miles zone’ passeren, oftewel buiten territoriale wateren komen, moeten een officiële terugvalbasis hebben. In de regio is maar één heliport toegestaan. Het was dus een logisch gevolg dat de drones port hier (Eemshaven, red.) ook kwam. Het geeft een professionele uitstraling aan de drone business als je het laat plaatsvinden op een bestaande heliport. Daar zijn de faciliteiten en de kennis al beschikbaar. Al zijn er natuurlijk ook genoeg verschillen met normale vliegbewegingen en heb je echt met een andere businesscase te maken.
Voordelen
Een airport direct aan zee brengt volgens Jan-Hendrik voordelen met zich mee in het managen van het hele pakket aan vragen vanuit de windparken. De terugvalbasis is dan relatief dichtbij, dat vinden de beheerders belangrijk. Daarmee heeft de Eemshaven een ideale uitgangspositie.
Jan-Hendrik geeft aan dat het voor hem belangrijk is om mee te doen in OWIC. In Nederland wordt volgens hem veel samengewerkt. In OWIC ontstaan nieuwe kansen, met partners waar ze anders niet zo snel mee hadden samengewerkt. Als de Eemshaven ‘booming’ is, dan is dat voordelig voor alle partijen binnen het cluster die meedoen. Het is dan een win-win situatie.
Uitdagingen in de toekomst
De Nederlandse operators zitten veelal aan de westkust (Den Helder tot Vlissingen). Daarom werden ze tot voorheen niet snel gekozen. Met de gateway Eemshaven zijn ze wel in beeld gekomen om de windparken voor de Duitse kust te voorzien. Daar werd vroeger niet aan Nederland gedacht door de geografische overbrugging. Jan-Hendrik is daarin ook matchmaker om partijen bij elkaar te brengen. Volgens hem is de Duits-Nederlandse samenwerking in de Eemshaven misschien wel het meest zichtbaar, zeker binnen de offshore. Obstakels worden weggenomen en dat biedt veel nieuwe kansen.
Jan-Hendrik hoopt dat in de toekomst de samenwerking wordt voortgezet. Dat OWIC een accelerator is geweest en dat het dan ‘vanzelf’ gaat. En dat we blijven kijken naar de stip op de horizon. Het momentum hebben we aan onze zijde. Offshore krijgt een enorme boost, omdat het verduurzamen van de industrie echt sneller moet van Europese overheden. Vroeger praatte je misschien over de toekomst, maar de toekomst vindt nu al grotendeels plaats. Misschien sneller dan verwacht, maar volgens hem zijn we er klaar voor de voorsprong uit te bouwen. Mensen in de techniek moeten snel de vereiste opleidingen en trainingen volgen en dat gaat wel even duren. Het zou gaaf zijn als we dat hier in de Eemshaven zelf kunnen doen. Dat heeft ook internationaal een aantrekkingskracht.